Awarradam - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Ellen Heynderickx - WaarBenJij.nu Awarradam - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Ellen Heynderickx - WaarBenJij.nu

Awarradam

Door: Ellen

Blijf op de hoogte en volg Ellen

22 Maart 2007 | Suriname, Paramaribo

Tijdens mijn voorbereiding voor het kinderboekenfestival heb ik weer ferm beroep mogen doen op mijn fantasie en creativiteit. Maar het werk is bijna ‘volbracht’, dus laat dat festival maar komen!
Ik maakte vier grote posters: één met de waterkringloop en drie voor het verhaal van Floepje, het gevleugelde visje (misschien herinneren mensen van mijn leeftijd zich dat rare beest nog). Verder knutselde ik ook patrijspoorten en een 3D paneel met ‘slechte en goede dingen voor het water’ voor in de stand dus pfiew… ‘t was de moeite!
De anderen knutselden watertwister, panelen rond voorzetsels en de en het (waar de Surinamers heel veel moeite mee hebben), een bundel voor de leerkrachten en nog wat spelletjes rond taal in elkaar.

Maar nu genoeg gepraat over het werk, want ik heb heel wat te vertellen over mijn vierdaagse trip naar Awarradam!

Donderdagavond sloten we onze ‘Sulaiweg 16’ goed af voor een logeerpartijtje bij de andere Belgen. We moesten namelijk al om 3u30 ’s nachts opstaan om te vertrekken. Van slapen is er eigenlijk niet veel gekomen dankzij de hitte en de rond mijn hoofd zoemende muggen, maar ja… Om 4u zaten we allemaal in Marcels busje en begonnen aan onze vijf-uur-durende busrit.

Eindelijk aangekomen bij Atjoni, konden we even onze benen strekken terwijl we wachtten op de korjaal (=rivierboot), maar niet voor lang! De bagage moest worden overgeladen en we voeren al snel het water op voor een vermoeiende boottocht van 6 uur. Al die uren stilzitten, help… Gelukkig was er onderweg heel wat te zien, want de rivier snijdt recht door de jungle heen!

Af en toe week de wildernis voor een marrondorp, waar je de (bovenkledingloze en vooral behaloze) marronvrouwen aan de oever hun potten, hun kinderen, zichzelf en hun kleren kon zien wassen.
De marrons (‘bosnegers’) stammen af van de zwarte slaven die in de 17e eeuw zijn weggevlucht van de plantages. Er wordt Saramaccaans gesproken (Suriname heeft héél wat talen) en ik heb toch wel één woord geleerd in vier dagen: ideno = goeiendag! Jaja wat ben ik toch een snelle leerling!

Wat bijzonder is, is dat de marrons nog steeds leven volgens hun Afrikaanse tradities en waarden van al die eeuwen geleden. Sommige dorpen zijn heel traditioneel en hebben geen elektriciteit of moderne voorzieningen. Anderen zijn dan weer meer soepel en zijn zelfs toeristisch ingesteld. Ze zijn wel allemaal even afhankelijk van hun rivierboten, het enige transport- en handelsmiddel.

De marrondorpen hebben een vlot contact met elkaar en aan het hoofd van al deze dorpen staat de ‘granman’ (opperhoofd). Elk dorp heeft ook een ‘kapitein’ die toeziet op de goede gang van zaken en verslag uitbrengt bij de granman.
De functie van granman of kapitein wordt niet (zoals bij de inheemsen) democratisch beslist, maar wordt doorgegeven aan de familie aan de kant van de moeder.

Na zes uur bakken en zonnecrème smoeten in de korjaal, kwamen we aan op het eiland Apiapati om de nacht door te brengen. Voor je een marrondorp binnenmag, moet je onder een poort (3 stokken met gedroogde palmbladeren) lopen. Zo wordt het dorp beschermd tegen kwade geesten. De mannen moeten aan de linkerkant binnen en de vrouwen rechts.
Drie weken geleden was er blijkbaar een van de inwoners van Apiapati overleden en men was nog volop bezig met de begrafenis. Onze interesse was natuurlijk gewekt en we kregen toestemming van de kapitein om eens een kijkje te nemen.
De marrons vieren hun begrafenissen wel héél anders dan bij ons! Er werd volop gefeest, gedanst, gedronken, gezongen… Het zag er zwart van het volk (ha-ha): familie, dorpsbewoners, mensen uit andere dorpen, … ze kwamen van heinde en ver om te feesten.
Het was heel tof om de traditionele dans en zang en zo te zien, maar ik voelde me toch maar een indringer hoor... Gelukkig bleven we niet lang.
We hebben jammergenoeg geen foto’s, want marrons willen absoluut niet worden gefotografeerd! Als je het toch doet, kom je ferm in de problemen en als ze je zien fotograferen vanuit een boot, gaan ze met stenen gooien. Dan beter geen foto’s nietwaar.

Op Apiapati sliepen we per 4 in een klein hutje (planken, strooien dak, veel spinnen en af en toe een schorpioen) in een wankel bedje. De volgende ochtend waste ik me nog snel even in de rivier (en bezocht het primitieve toilet) en ging dan wéér de boot in…

Deze boottocht was wel ietsje uitdagender! Op dit stuk van de rivier had je veel stroomversnellingen en rotsen (gestolde lava van vulkaanuitbarstingen eeuwen geleden), dus het smalle bootje had heel wat te verduren. Af en toe moesten we de boot uit om die te ‘slepen’ over de stroomversnellingen en zelfs over een kleine waterval heen! We hadden er alle man- en vrouwkracht voor nodig! De kinderen van het dorp ernaast ‘hielpen’ ook mee (= ze zaten op de rand waardoor de last eigenlijk nog wat zwaarder werd maar ja :)).
Het was wel oppassen geblazen, want je moet ervoor zorgen dat je op tijd terug in de boot springt, niet in een gat stapt of niet wordt meegesleept door de stroming (of dat de dorpskinderen niet worden meegesleept door de stroming hehe).
Vallen over scherpe stenen of tussen een rots en de boot terechtkomen kan ik je ook afraden, want dat was niet zo aangenaam. Gelukkig had ik gesloten schoenen aan, want ik heb mijn schoen erbij opengescheurd... Rats, dag favoriete schoenen... Tja die gaan dus niet meer terug mee naar België.
Maar ik vond dat slepen eigenlijk wel super… lekker spannend!

Na een hele tijd slepen en varen kwamen we aan op het eiland Kosindo, vlakbij Awarradam. Ja man… we hadden een gewoon marrondorp verwacht, maar er was blijkbaar een ‘luxeverblijf’ voor toeristen aan verbonden. Er stonden allemaal kleine huisjes bestaande uit slaapkamer, wc en douche. Wauw! Ik sliep uit plaatsgebrek samen met Nele en Pieter in mijn hangmat onder een afdak dat op de ‘refter’ was gebouwd, maar dat vond ik natuurlijk niet erg hé hoera voor de hangmat.

Na een frisse duik in de rivier, maakten we een wandeling door het dorp. Zo werd het me wel duidelijk dat het geld van het toerisme niet naar de dorpelingen gaat, maar recht naar de portefeuille van de eigenaar…
Kosindo is eigenlijk een typisch marrondorp: de mensen zitten allemaal buiten of onder een afdakje voor hun kleine duistere hutjes.
De hutjes zien er best grappig uit: ze hebben een heel kleine deurtje. Naar het schijnt stemt dit nog uit de tijd van de kolonisatie. Als een ‘bakra’ binnen wilde in een hutje, moest hij eerst door het kleine deurtje kruipen. Zo hadden de marrons even tijd om snel te vluchten langs een verborgen achterdeurtje.
Blijkbaar sturen veel bezoekende toeristen achteraf materiaal op naar Kosindo, waardoor ze wel een mooie school hebben met meer materiaal dan Charlesburg! Marronkinderen spreken eigenlijk bijna geen Nederlands. Enkele ‘uitverkorenen’ worden als ze ouder zijn wel naar Paramaribo gestuurd om daar naar school te gaan en Nederlands te leren. Zo kunnen ze bij hun terugkomst meedraaien in het toerisme.

Na het avondeten was er een ‘cultuurshow’ door enkele mannen en vrouwen uit het dorp: traditionele Saramaccaanse liedjes (daarbij staan de vrouwen voorover gebogen en klappen in hun handen), dansen op stokken, met de heupen knikken en als afsluiter een percussieoptreden.
Deze toeristische culturele avond was op voorhand besteld en dat droop er ook wel af. Het is natuurlijk wel leuk om eens te zien, maar ook zo ‘fake’, zo geforceerd.

Als laatste activiteit van de avond, kropen we de in het donker de boot weer in om kaaimannen te spotten. Maar we waren nog maar even aan het rondspeuren naar glimmende oogjes in het donker toen de buitenboordmotor in panne viel… Dus daar zaten we dan: in het pikkedonker, in een bootje zonder motor, midden op de rivier in de jungle, omsingeld door kaaimannen… Gelukkig kwam er na wat gepruts weer wat leven in de motor en konden we nog net terug naar Kosindo varen, gelukkig maar…
Zo heb ik maar één kaaiman kunnen zien (welja zijn blinkende oogjes in het donker toch) jammeeeer!

Zondagochtend gingen we (Marcel met een pijnlijke teen want die werd gebeten door een vampiervleermuis) op weg naar de eigenlijke bestemming van de lange reis: Awarradam! Awarradam is eigenlijk een heel wilde, grote en vooral mooie stroomversnelling (val). Tijd voor wat zwemmen, pootjebaden, over de rotsen lopen, …

Jammergenoeg moesten we snel weg want we moesten voor het donker terug zijn in Apiapati. Gemakkelijker gezegd dan gedaan… Velen van de groep hadden wondjes opgelopen waardoor ze niet meer mochten slepen. Het kleinste druppeltje bloed trekt namelijk de piranha’s aan die in de rivier leven en die lusten wel zo’n lekker bakraatje.

’s Avonds op Apiapati, was Drona (een van de begeleiders) in een ‘helderziende’ bui en begon iedereens toekomst te voorspellen. Ik word later blijkbaar een rijke chique madam haha. Jaja dat zullen we nog wel eens zien.

Maandag, de laatste dag van de trip, begon sportief. Papada, één van de bootsmannen, stelde voor om naar zijn dorp te gaan om naar het uitzichtpunt op de ‘Ananasberg’ te klimmen. We liepen drie uur lang achter Papada en zijn zwaaiende hakmes aan door de wildernis, maar het uitzicht was inderdaad nogal het een en ander.

Op weg naar huis nu… Normaalgezien zouden we ruim voor het donker aanmeren waar we de bus hadden achtergelaten, maar dat was buiten de rivier gerekend! In één van de stroomversnellingen werd onze boot tegen een rots geslingerd waardoor een zijplank van de boot brak… Het water gutste naar binnen en we moesten snel evacueren. Het enige wat we konden doen, was op de rots gaan staan waarop we waren gebotst. Alle bagage werd uitgeladen en op de rots gestapeld, want Marcel moest snel terugvaren (met een hozende helper) om een nieuwe boot te halen bij een van de naburige dorpen.
Jaja daar stonden we dan… 14 bakra’s op een rotsje, in het midden van de kolkende rivier, omsingeld door piranha’s. Het moet wel een grappig zicht geweest zijn… Gelukkig was Marcel na een uurtje terug zodat we nog nét voor het donker weer in Atjoni geraakt zijn. Zo lagen we na nog een lange busrit terug, om 1u30 in ons bed.

  • 22 Maart 2007 - 12:14

    Barbara:

    Jawadde zo'n avontuur zeg!!!
    Eigenlijk al best spannend om het te lezen, laat staan om het zelf mee te maken!!!
    Ikzelf heb gisteren ICT-namiddag gehad waarbij we onze 'projecten' hebben voorgesteld en het was reuzeleuk les te geven aan de leerkrachten, die zijn gewoon als wij: een beetje lekker zot waardoor het leuk wordt :p

    Greetz

    x

  • 06 April 2007 - 09:48

    Lobke:

    Geschift wat jullie daar allemaal meemaken zeg... En ik zit ier aan de computer om toch eens die stage te beginnen voorbereiden (waarmee ik nu ongeveer moest klaar zijn) en ik moet al mijn tijd steken in het lezen van jullie machtige verslagen!! Ge zou voor minder geen zin meer hebben om te werken. Nu, 'k ga der dan toch maar es aan beginnen. 't Is maar da ge nogmaals weet welke pietzak dat ge zijt door daar te zitten, slepen, bakken, smoeten, feesten, ... en da ge der dus moe van genieten!

    ***

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Suriname, Paramaribo

Suriname

Recente Reisverslagen:

16 April 2007

Te land, te water en straks in de lucht!

30 Maart 2007

Kinderboekenfestival

22 Maart 2007

Awarradam

14 Maart 2007

Brownsberg

09 Maart 2007

Dag Charlesburg
Ellen

Rondreis Thailand-Laos-Cambodja-Vietnam-Nepal-India(?)

Actief sinds 03 Okt. 2006
Verslag gelezen: 299
Totaal aantal bezoekers 36994

Voorgaande reizen:

08 Oktober 2008 - 12 Maart 2009

Zuidoost-Azië

01 Februari 2007 - 24 April 2007

Suriname

Landen bezocht: