Why are the pirates pirates? Because they arrrrrrr - Reisverslag uit Preah Seihanouk, Cambodja van Ellen Heynderickx - WaarBenJij.nu Why are the pirates pirates? Because they arrrrrrr - Reisverslag uit Preah Seihanouk, Cambodja van Ellen Heynderickx - WaarBenJij.nu

Why are the pirates pirates? Because they arrrrrrr

Door: Ellen

Blijf op de hoogte en volg Ellen

18 Januari 2009 | Cambodja, Preah Seihanouk

Zo, waar heb ik jullie ook alweer achtergelaten de vorige keer...
O ja!


Vang Vieng in Laos - 13 tot 20 november

The place to be als je in je 20er jaren bent en van een feestje houdt! Populairste activiteit: TUBING!
Ook wij gingen 2x tuben. Een keer met een bende supertoffe Fransen (Antoine, Severin, Flo en Jan) en 1x met de Duitse Tim die we op Koh Chang hadden leren kennen en zijn beste vriendin Geische, grote aanhangster van 'Weltfrieden' die op alles en iedereen stickers met haar blijde boodschap plakte met wat glitters erbij.

Tuben?
Je huurt simpelweg een tube (zwemband ter grootte van een tractorwiel), springt rond 11u 's morgens in de rivier en drijft de stroom af waarvan de oevers bezaaid zijn met bars. Aan de eerste bar gooien ze je een touw toe waarmee je jezelf naar de kant kan trekken en laat het feest maar beginnen: Europese dj's, een betaalbare bar, zon, halfnaakte venten, vrouwen in bikini, moddervolleybal, death rides waar je jezelf van meters hoog in het water kan zwieren (en zelfs ik durfde het twee keer), geimproviseerde glijbaan bezet met tegeltjes, ... Voor elk wat wils!
Blijf vooral niet te lang plakken want 200m verder is er nog een bar te bezoeken en voor je het weet is het donker, geraak je maar moeilijk terug naar het tubeverhuurkantoor en na 18u krijg je je waarborg niet terug omdat je te laat bent - ik spreek natuurlijk uit ervaring. De meeste tubers gaan dan hun verdriet gaan verdrinken in de 'Bucket Bar' waar je een emmertje LaoLao rum met cola kan krijgen voor 1 euro...

Als je aankomt in het kleine Vang Vieng merk je in de eerste instantie niets op van al dat feestgedruis. Het lijkt een groot dorp met lome sfeer, maar dat zal wel te maken hebben met de falang die er rond lopen als ze niet aan het tuben zijn; mensen met een ferme kater dus. Gelukkig is Vang Vieng daar perfect voor uitgerust. De lokale zelfstandigen weten wel hoe ze de hersencelmoordenaars kunnen behagen: tv-bars die de hele dag Friends en Family Guy draaien, hangmatbars, Westers eten en veel te duur internet zijn niet te ontlopen.
Ook de politie pikt een graantje mee door jacht te maken op falang die jointjes roken. Dat grapje kost je snel tussen de 200 tot 900$ boete, ook als je gewoon naast iemand staat die aan het roken is. Gelukkig spreek ik hier niet uit ervaring.

Onze eerste Paradise Guesthouse in Vang Vieng bleek ondanks de prachtige ligging tussen de rijstvelden toch niet zo ideaal. Om de tol van de brug te vermijden, moesten we telkens zo'n kilometer langs het keienstrand afleggen. En na een keer 's nachts het strand overgesukkeld te zijn, laverend tussen de modderplassen en buffelvlaaien, besloten we dat het misschien gemakkelijker was om een guesthouse te zoeken dat wat dichter bij het centrum was... 'The Other Side' guesthouse, met bungalows op de oever van de rivier, een echte aanrader.

We bezochten natuurlijk ook het platteland rondom Vang Vieng met haar prachtige rijstvelden en gingen 1x kajakken en enkele grotten gaan bezichtigen. Eentje zelfs waar je eerst door moest via het water op een tube en daarna gebukt (niet echt bevorderlijk voor gekneusde staartbeenderen) met een prehistorische koplamp met grote accu. Maar zeer mooi, de (stalag)mieten en -tieten glommen ons tegemoet.
Tijdens het kajakken konden we ook eens van op een afstand de tubingbars en het bijhorende 20ers-gedrag bestuderen. Best grappig natuurlijk, zeker toen we onderweg een onderkoelde tubester een lift hebben moeten geven.

Genoeg leute! Een week Vang Vieng was welletjes geweest! We boekten onze bus naar Vientiane.


Vientiane - 21 tot 23 november

Op weg naar de hoofdstad! We hadden al van enkele mensen gehoord dat het niet echt de moeite waard was, maar wilden dat toch zelf gaan inschatten.
Onze VIP-bus scheen een opgekalfaterde lokale bus te zijn die ze in een nieuw kleurtje hadden gestoken. En zoals elke lokale bus, maakte ook deze slechts één plaspauzestop.
Plaspauzestoppen in Laos... Opeens stopt de bus in the middle of nowhere. Zonder veel uitleg springt iedereen er uit en spurt de bosjes in. En dan is het aan jou, de halfslapende verwarde toerist om ergens een plekje te vinden dat nog niet bezet is EN niet te veel in het zicht ligt van de Laotiaanse mannen die nieuwsgierig rondkijken op zoek naar een witte falangkont. Bij Laotiaanse vrouwen is er dan ook niet veel te zien. Die maken hun wikkelrok wat wijder en gaan zo zitten om hun plasje te maken. Na even zoeken besliste ik om mij gewoon naast drie andere vrouwen in de berm te zetten. Die vonden dat allemaal doodnormaal en keken nauwelijks op of om. Weer wat westerse schroom overwonnen!

Vientiane bleek al snel stinkend duur te zijn. Zelfs de meest afstandse guesthouses vroegen tot 9 $ per nacht. Dus besloten we een kamer te nemen in Mixok guesthouse waar zelfs boer Sjarel zijn neus voor zou optrekken. Voor 'slechts' 4 $ hadden we twee gevangenisbedjes met bijna onbestaande matras en gratis ratten die voor onze voeten weg schoten op weg naar de badkamer op de gang.
Maar als je slaapt zie je de ratten gelukkig niet.

We hebben het eigenlijk slechts twee dagen uitgehouden in de hoofdstad en moesten onze vrienden gelijk geven... Vientiane kostte veel en had niet zo zeer veel te bieden: noedels met verse inktvis aan de waterkant, veel ambassades aan een lange boulevard met als middelpunt een kopie van de Arc de Triomphe en 'zingende fonteinen' die na 18u op het ritme van Laotiaanse muziek kleurig opsprongen én voor de liefhebbers: af en toe hoertjes op straathoeken.
Het mooiste vond ik het Buddhapark even buiten de stad, jaren geleden ontsproten aan de geest van een Franse excentriekeling. Het park bestond uit voetbalveld vol met gigantische, grote of kleine, dikke of dunne, mannelijke of vrouwelijke beelden van boeddhistische en hindoeistische goden en een stenen pompoen van drie verdiepingen hoog.

Toen hadden we alles wel een beetje gezien en boekten een nachtbus voor de 9 uur durende rit naar Pakse.


Pakse - 24 tot 26 november

Maar Pakse was vol... Wachtrijen aan de guesthouses, tuktuks volgeladen met backpackers die de omgeving afschuimden op zoek naar accomodatie... Slechts door assertief te zijn en een smoesje konden we een kamer krijgen. Uiteindelijk niet echt de moeite, want Pakse stelde niet veel voor.
Door gebrek aan activiteiten staken we zelf ons schema vol, te beginnen met voor de verandering... een motorbike road trip door het platteland naar Tat Lo!

Wat is Laos toch mooi... rijstvelden, dokdoks volgeladen met de oogst en daar nog eens de hele familie bovenop, zwaaiende kinderen die van school komen (Sabai diiii!!), suicidale honden, zwijnen en buffels die kriskras de weg oversteken, marktjes met lekkernijen zoals kikkers aan een koordje, jeeps met een half dorp in de laadbak die je breed grijnzend nakijken, paalhuisjes, koffieplantages, opgetrokken wenkbrauwen en grote gebaren in eetstalletjes als je iets probeert te bestellen...

We maakten ook enkele tussenstops bij watervallen met plastic olifanten en een minority village compleet met madammekes met zwartgekauwde tanden en stretchen in hun oren waar zelfs de meest die-hard-metalhead slechts bewonderend naar zou kunnen staren.

Tat Lo, onze eindbestemming, bestond uit een enkele straat: een 6-tal guesthouses, 1 resort en enkele huisjes. Leve de toeristen! Het dorp had 4 zaken te bieden: 3 watervallen en de baby otter die het resort geadopteerd had om de toeristen te entertainen.

In Tat Lo kwamen we ook twee oude bekenden tegen; de Oostenrijkse tweeling Margaret en Theresa die we in Pakse hadden ontmoet. Ze vonden ons road trip idee wel leuk, waren ons achterna gereisd en hadden zelfs dezelfde kajaktrip geboekt voor de dag erna. Fakers ;)

Zo hadden we er meteen twee reisgezellen bij om de volgende dag via Paksung naar Pakse terug te keren.
Onderweg genoten we vooral van het landschap, de vriendelijke mensen, het inrijden van zandweggetjes en zo in falangvrij gebied terecht te komen bewoond door koeien, herders, cacaoboeren en de waakzame honden die hun plantages bewaken... Dat liep maar net goed af!


Don Deng (rood eiland) - Champasak - 27 tot 28 november

Volgende activiteit op het programma: kajaktocht van Pakse naar Don Deng over de Mekong. Tof tof... Maar jammergenoeg was ik de nacht voor vertrek enorm ziek... Hoge koorts, rillingen, koud zweet, spierpijn, constante steken in mijn buik en niet weten waar kruipen van 't zeer. Was het een virus? Voedselvergiftiging? Voodoopop ritueel? Ik zal het nooit weten want na een slapeloze nacht was het voorbij. Je kan je wel voorstellen dat ik niet echt in vorm was voor het kajakken...

Mijn buik was trouwens niet de enige waar er de vorige nacht een storm was opgestoken. Ook op de Mekong gaf de wind flink van jetje. Op de golven leek het meer op zeekajakken en we mochten flink wat krachtinspanning leveren om de kajak vooruit te krijgen. De firma had bovendien niet voldoende rivierkajaks voorzien, waardoor de storm ook moest getrotseerd worden door drie kleine opblaasbare raftingkajaks die nog minder grip hadden op het wilde water. Afwisselen met andere leden van de groep was het fairst en zo moesten ook ik (samen met een gids) en Sara (helemaal alleen - straffe madam) een extra inspanning leveren om de bootjes heelhuids naar Don Deng te krijgen. En ik was DOODmoe.

Een wandelingetje rond het eiland kon er nog net bij en tijdens het eten maakte we nader kennis met de andere leden van de groep: de Australische dokter Fiona en haar man Don de exotische fruitboer, hilarische Ier Paddy met zijn Scheila, de Portugese nierspecialist Carlos die met zijn fiets door Zuidoost-Azie trok en mij geruststelde dat ik veel symptomen van malaria vertoonde en een associale Amerikaan die niet met de rest van de groep op de kamer wou slapen omdat we 'Eurotrash' waren. Tof...

De volgende morgen werden we per ferry (= 2 aan elkaar gebonden sloepen met een platformpje en drie bankjes er op) de Mekong over gezet naar Champasak. En de grootste attractie van Champasak is Wat Phou, de overblijfselen van een eeuwen- en eeuwenoude tempel, nog ouder dan Angkor Wat.
Op de fiets (dat ging alweer net met het staartbeen) erheen! Schone schone... Ruines en nekbrekende oude trappen op die naar een heilige bron leidden, een steen in de vorm van een krokodil waar vroeger mensen op geofferd werden oeee, ...

Na onze fietstocht terug moesten we jammergenoeg afscheid nemen van de anderen die terugkeerden naar Pakse. Onze plannen lagen wat anders, richting 4000 Islands waar we onze laatste dagen in Laos wilden slijten.


Don Det en Don Khong - 29 november tot 2 december

We hadden wat problemen om van Champasak af te geraken... Een slecht guesthouse en misverstanden rond te dure ferry's en openbaar vervoer... Uiteindelijk zijn we toch aan de overkant geraakt met een ferry vol motorbikes en lokale bussen met op het dak manden vol pluimvee en tv-dozen gestapeld met God weet wat in...
Zo konden we toch nog de minibus halen richting 4000 Islands en daar weer een ferry nemen naar Don Det.
Op die ferry werd het ons al snel duidelijk waarom men het gebied 4000 Islands noemt, ook al waren sommige eilanden slechts enkele vierkante meters groot met als bewoners 2 struiken en een boom.

Op Don Det ontmoetten we terug de Oostenrijkse tweeling. Hoe kon het ook anders op zo'n klein eiland vol guesthouses, falang en bars. We spraken meteen af om de volgende dag met hen, de Ier Eamon en de kleine maar fijne Israelische Nimi een fietstochtje te maken naar het naburige eiland Don Khong. We fietsten dapper over de zandpaadjes tussen de velden en over de brug naar Don Khong met zijn wilde waterval en verborgen strand.

En ook al zag de tweeling het niet zitten, Sara en ik, Nimi en Eamon zaten de volgende ochtend om 5u al weer op de fiets op weg naar de Irrawady dolfijnen die rond de eilanden in de Mekong leven.
Tegen 6u30 stonden we paraat op het strand en stapten een bootje in dat ons naar de overkant van het water bracht. Stiekem was dat Cambodja en waren we dus voor een uurtje illegaal, ssst... Tegen zonsopgang zag je inderdaad af en toe een dolfijnenrug opduiken op lucht te happen. Vreemde beesten eigenlijk... Neem een dolfijn uit het Brugse Dolfinarium, snij er de snuit af, dop hem in een vat vaalbruine verf et voila! Een Irrawady!
De rest van de dag brachten we door op onze luie kont aan het verborgen strand, zowat de enige plaats in Laos waar je ongestoord en vrij verborgen van Laotiaanse ogen in je bikini je buik kan laten bruinen.

Op onze laatste dag Laos kwamen we nog enkele bekende gezichten tegen van in Vang Vieng: De Israelieten Roy en Or, wat in veel hilariteit eindigde met 'de 20-potige voetmassage'. Een concept waar we snel patent op zullen moeten nemen, want het was geweldig populair.

Nimi werd onze reisgezel naar Cambodja. Ons vertrek werd echter nog even uitgesteld door een vervelend feitje; geen ATM in de buurt van 4000 Islands... Dus ging ik naar het naburige dorp om geld af te halen. Van ATM hadden ze daar ook nog nooit gehoord, dus moest het the old fashion way gebeuren: één bankbediende laat je een formuliertje invullen, een andere bankbediende scant je paspoort, nog een andere bedient het visa machientje en nog een andere geeft je het geld. Een procedure die slechts een halfuur in beslag neemt en zo heeft iedereen werk. De werkloosheid in Belgie zou zo snel opgelost zijn.


Cambodja
Ban Lung - 3 tot 5 december

Zodra we de grens met Cambodja over waren, was het verschil al meteen merkbaar. Aan de grenspost betaalden we voor elk stempeltje dat normaalgezien gratis zou moeten zijn. Weiger je te betalen? Dat mag, maar dan duurt het afstempelen van je paspoort zo'n 4 uur. Dan liever 2 $ betalen en er in tien minuutjes van af zijn...

Ook het landschap veranderde. Uitgestrekte rijstvelden, kleinere en slechter onderhouden hutjes met elk zijn eigen meertje in de voortuin bestrooid met roze waterlelies, overal dirtroads en afval en iedereen is buiten. Of ze nu op het trapje voor het huis zitten, rondwandelen op het erf of op weg zijn naar overal en nergens, met de typische roodgeruite Khmer sjaal rond hun hoofd gewikkeld.

Na twee overstappen op slecht georganiseerde bussen met meer mensen dan zetels, kwamen we aan in Ban Lung. Het was een stoffig stadje in de Ratanakiri provincie met dirt roads zover het oog reikt. Overal oranje zand! Het landschap rondom ons leek wel met een laagje roest bedekt.

Onze geprefereerde guesthouse, Tree Tops, bleek na de hele wandeling ernaartoe vol... De eigenaar, Mr. T, had echter medelijden met ons en liet ons overnachten in een van zijn kamers in aanbouw. En na al dat reizen waren een matras, muskietennet en dak boven ons hoofd luxe genoeg!
De volgende dag was er wel een bungalow vrij waarin Sara en ik onze intrek namen terwijl Nimi samenhokte met de oer-Amerikaanse veertiger Barbara Jean (Yeah man!), LA business woman ten top die er verdacht veel jonger uitzag dan ze was met bijzonder veel kennis van plastische chirurgie...

Via haar leerden we ook de Australische toffe peer Tim, Britse Justin met immens droge humor waar hij zelf telkens verlegen om grinnikte en de Nederlandse dive-instructor Lisa kennen.

De volgende dag huurden we twee motorbikes (Nimi een roze rammelkraam waar hij meteen verliefd op was) en hobbelden de oranjekleurige dirtroads van Ban Lung af. Tijdens de rit moesten we onze ogen zo toeknijpen tegen het opvliegende stof dat we bijna blind reden en het was stof kauwen - je zou van minder een stoflong krijgen - maar wat een zalig dagje! Rubberplantages, een douchke onder prachtige watervallen en als afsluiter een plons in het grote Boen Yeak Lom kratermeer om eindelijk de oranje dirtroadkorst van ons gezicht af te schrobben.

Met Tim, Justin, Barbara Jean, Lisa en Nimi zakten we die avond af naar het tweede meer dat Ban Lung rijk was en waar de locals heen gaan om enkele lokale delicatessen te verorberen: grote slakken en gekookte eieren met halfontwikkelde eendenkuikens, door te spoelen met een frisse Angkor pint. Eigenlijk smaakt zo'n ei best lekker hoewel ik het kopje en bekje liever liet liggen.
Dan per motorbiketaxi terug. Een grappig zicht waarschijnlijk; 7 motorbikes na elkaar, elk met een falang vanachter langs de donkere wegen naar Ban Lung.


Siem Reap

Samen met Nimi de bus op naar onze volgende stop: Siem Reap met het wereldbefaamde Angkor Wat, een zeer lange reis waarvoor we het hele land moesten doorkruisen.

We wilden immers voor 7 december in Siem Reap zijn voor het MTV Exit concert van Placebo IN Angkor Wat! Het eerste rockconcert dat daar ooit zou doorgaan!
Tickets waren al lang uitverkocht - vooral aan locals en ngo's - en we wisten dus op voorhand dat we zouden moeten binnensluipen. Maar niet dat het zo gemakkelijk zou zijn...

We namen op goed geluk een tuktuk naar de achterkant van Angkor Wat, hingen een beetje rond aan de ingang en we kregen van een meisje twee tickets zomaar in de handen geduwd. Daarmee was Nimi echter nog niet binnen.
Dus verzamelden alle rondhangende falang zich en wandelden we zonder veel vragen als 'groep' naar binnen dankzij Emmet, die als voorbode binnengeslopen was. Placebo met Angkor Wat op de achtergrond, cool, cool!

Alsof we er niet genoeg van konden krijgen, bezochten we de volgende dag het hele 32 km lange parcours van Angkor Wat per tuk tuk. Een dagticket kost 20 $, dus wilden we alles in één keer doen. Zo hebben we onszelf wat geld bespaard én een tempeloverdosis opgedaan én het was op zijn minst wereldwonderlijk!

Van zonsopgang bij Bayo, tempel met de vele gezichten, tot zonsondergang in Angkor Wat zelf, allemaal zeer mooi. Maar onze favoriet was toch wel Ta Prom, de door boomwortels veroverde tempel waar ze in der tijd scenes voor de Tomb Raider film hebben opgenomen. Om voor de volledige tempelervaring te gaan, maakten we natuurlijk veel 'Lara Croft' actiefoto's met geweer (takje) in de aanslag, borsten vooruit en blik op oneindig! Tot groot jolijt van de Chinese toeristen natuurlijk.

Siem Reap zelf scheen de concentratiestad te zijn voor landmijnslachtoffers die al bedelend wat geld proberen te verdienen. Er zijn er echter zoveel dat je onmogelijk aan iedereen iets kan geven. Eigenlijk vlucht je liever zo snel mogelijk weg als ze met tien tegelijk met uitgestoken handen op je afstormen.

Er bestaan wel enkele goede initiatieven zoals van het Belgische Handicap International die protheses verstrekt of initiatieven die blinde mensen traditionele muziekinstrumenten leren bespelen zodat ze via concertjes wat geld kunnen verdienen op straat. Maar de meesten leven op het goed humeur van de toeristen.

Sommige minderbe(lichaams)deelden - hihi gemeen - pakken het dan weer creatief aan en verkopen boeken of postkaartjes. Probleem is dan weer dat iedereen elkaar zodanig immiteert dat de meesten dezelfde kaartjes en boeken verkopen. Als je dat boek dan al hebt, krijg je als antwoord 'Buy one more!' en dat is meer een eis dan een vraag.

De kleine zelfstandigen hier lijken ook niet veel verder te denken dan dat. Iedereen verkoopt hetzelfde product. En niet alleen in Cambodja, maar over heel Zuidoost-Azie is het zo.
In Laos is het textiel: geborduurde kussenslopen, bedspreien en oneindig veel T-shirts van 'Beer Lao' en 'I went tubing in Vang Vieng'. In Thailand zie je overal T-shirts van 'Chang Beer' en fisherman's pants. In Cambodja is er een overaanbod aan tuk-tuks, Khmer-sjaals en dansende godinnenbeeldjes, ...
Liefst staan alle kraampjes die krak hetzelfde verkopen ook allemaal naast elkaar en maken ze ruzie om klanten. Van marketing hebben ze hier ondanks de vele marktjes nog niet veel kaas gegeten geloof ik...

Maar goed, onze tweemaandelijkse reisverjaardag werd gevierd met het afslenteren van de avondmarkt, een bijzonder amateuristische film over Pol Pot en zijn Khmer Rouge en menige Angkor-pintjes in de 'Angkor What?' bar voor we de bus op kropen naar Pnohm Phen.


Pnohm Phen

We begonnen met de laatste gaatjes in onze kennis over het regime van Pol Pot en de bijhorende gruwelen op te vullen in het genocide museum 'Tuol Sleng', een vroegere middelbare school die tijdens het Khmer Rouge regime dienst deed als 'S21' martelkamp. De foto's van de vele slachtoffers; mannen, vrouwen en zelfs kinderen staarden ons van aan de muren angstig aan en deden de tranen in onze ogen springen.

Behalve het genocidemuseum en de Killing Fields herinnert verder niets aan het pijnlijke verleden van Cambodja. Het is moeilijk te geloven dat slechts 30 jaar geleden de hele bevolking in uniform werd gestoken en tot slaaf op de rijstvelden werd gemaakt.
De Khmer Rouge wou een enorme rijstproductie op poten zetten waarvan een deel voor de bevolking was en een deel bestemd voor export. Maar rijst uitvoeren naar het buitenland werd al snel belangrijker dan het voeden van de bevolking...
Mensen (en met hen ook vaak hun hele gezin) met commentaar, een te 'westerse instelling', de verkeerde job (leerkrachten, journalisten, politici) of zelfs mensen die ook maar een liedje zongen dat aan de tijd voor het regime herinnerde, werden afgevoerd naar een martelkamp om na de bekentenis van hun 'misdaad' aan hun einde te komen op een van de vele Killing Fields...
Nu nog is 50 procent van de bevolking jonger dan 15 jaar...

In Pnohm Phen kwamen we ook weer Barbara Jean, Lisa, Tim en Justin tegen.
Lisa was helemaal vol van de trip die ze net gedaan had en vertelde enthousiast dat je als 'tour' voor 25 $ naar de vuilnisbelten buiten de stad kon om daar fruit uit te delen aan de vele kinderen die er vuilnis sorteren als broodwinning.
Daar waren Sara en ik eigenlijk vrij verbaasd over. Wij waren daar namelijk ook geweest die dag, maar dan op eigen houtje en er waren maar drie kinderen te bespeuren in het hele afvalgebergte...
Zou het opgezet spel zijn? Alle kinderen komen om ... uur naar de vuilnisbelt onder het mom dat ze daar werken omdat ze weten dat ze dan fruit krijgen van toeristen? En wat gebeurt er met het geld dat overblijft van het 'fruit kopen voor de arme kinderen'? Was het wel een legitieme organisatie?
Ik heb de indruk dat je je hier soms wat kritisch moet opstellen wat zo'n zaken betreft...

Hetzelfde geldt voor bedelende kinderen in de grote steden, die het geld achteraf moeten afstaan aan hun moeder of grote broer. De mensen leren zo dat het gemakkelijk is om geld te verdienen via hun kind en sturen het de straat op in plaats van naar school. Vaarwel toekomst... Vooral moeders die met hun peuter in de armen in het holst van de nacht nog rondlopen doen mijn haren overeind staan.
Het is wel moeilijk om nee te zeggen tegen de pruillip, hese stem en puppy ogen van de kinderen bij het eeuwige zinnetje 'pleaaaase give me some moneeey!'. Maar die veranderen snel in een glimlach als je een mopje met hen maakt of een spelletje met hen speelt en de meeste zien er voor straatkinderen toch vrij goed gevoed uit.

Na Pnohm Phen vertrokken we voor een maand naar Vietnam en ondertussen zijn we al weer een week in Cambodja, maar het schrijven vlot niet zo als je druk reist... Dus de rest van ons verhaal zal ik jullie nog even schuldig moeten blijven...
Tot de volgende keer maar weer!

  • 18 Januari 2009 - 12:18

    Sander Heynderick:

    bericht 8493 zegt dat u een pak melk moet versturen naar onderstaande link
    "jjki(wat ben ik een raarmens).gek"
    Grapje natuurlijk .
    Hopelijk eb je nog veel plezier en veel eten,,,,,groetjes sander,,,,je broer

  • 18 Januari 2009 - 19:04

    Tante Lut:

    Hallo Ellen!
    Eerst en vooral veel geluk in 2009!
    Amai zeg,zo boeiend wat jij daar allemaal meemaakt!
    Geniet er maar van met volle teugen!
    Ik ga nu wat strijken, huistaken verbeteren, tv-kijken,... Pff!
    Groetjes van ons allemaal!
    tante Lut & Co!

  • 18 Januari 2009 - 21:29

    Xxl.:

    Ellen,

    Breng zo'n band mee voor in 't bad of in de Damse Vaart......Wij gaan inderdaad morgen gewoon werken, "het leven zoals het is" behalve bij Ellen..
    Alleszins met veel plezier alles goed gelezen en ook mijn beste wensen voor het nieuwe jaar...
    Blijf ervan genieten, zoiets doe je meestal toch maar 1 keer in je leven.......alhoewel.....

  • 22 Januari 2009 - 17:16

    Benoit:

    Shit man, sta toch wel even op mijn benen te draaien van al jullie belevenissen!

    Ik vertrek met Pasen voor 10 daagjes naar Ecuador! Kon het ook niet laten...

    Hou je goe daar en genieten voor duizend!

    groetjes Benoit

  • 28 Januari 2009 - 18:42

    Lobke:

    Hey Ellen!

    Gelukkig ben jij een fantastische schrijver! Zo kon ik er toch de tijd voor vrijmaken alles te lezen. Super wat jullie allemaal meemaken! Zoals ik het tegen de kindjes zou zeggen: doe zo voort!

    Tot we samen es het nieuwe jaar vieren!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Cambodja, Preah Seihanouk

Ellen

Rondreis Thailand-Laos-Cambodja-Vietnam-Nepal-India(?)

Actief sinds 03 Okt. 2006
Verslag gelezen: 830
Totaal aantal bezoekers 36937

Voorgaande reizen:

08 Oktober 2008 - 12 Maart 2009

Zuidoost-Azië

01 Februari 2007 - 24 April 2007

Suriname

Landen bezocht: